Tuno: de lekkerste cactus van Spanje!

Reuzemango!

Reuzemango!

In Spanje mis ik soms Nederlands voedsel als verse melk, vla of yoghurt. Terug in Nederland is het net andersom, dan kan ik verlangen naar vers fruit. Natuurlijk, een Hollands appeltje of peertje is ook niet te versmaden. Maar wat ik echt lekker vind is hier op fruitgebied niet te krijgen. De geïmporteerde mango’s lijken qua vorm, smaak en afmeting in niets op de Canarische variant.

Zelf koop ik mijn fruit op de Canarische Eilanden het liefst op de markt. Niet alleen is het goedkoper, je weet ook zeker dat het uit de eigen regio komt. In Nederland zouden ze het ‘biologisch’ noemen. De mango’s hebben de grootte van een bescheiden voetbal en je vindt watermeloenen zo groot als skippyballen. Op de Canarische eilanden heerst een subtropisch klimaat, dus je treft er ook ander fruit aan dan in de Lage Landen. Sinaasappelen, druiven, mango’s, papaya’s, dat zijn de producten van deze archipel. Niet allemaal oorspronkelijk, wel allemaal erg lekker.

Een grappig weetje: men maakt onderscheid tussen bananen en platano’s, maar ook tussen bijvoorbeeld mango’s en manga’s. De manga’s zijn groter en er is volgens de fruitkenners ook een smaakverschil. Simpel gezegd: hoe kleiner hoe zoeter. Verder houd ik erg van tuno’s. Dat is de zoete vrucht van een cactus. Erg fris, fruitig en gezond. Wel uitkijken bij het schoonmaken, want de schil heeft haakjes die behoorlijk kunnen prikken in je huid.

Tuno of Tuna?

Tuno of Tuna?

De schil kun je het beste met mes en vork te lijf gaan. Snijd de kop en kont van de vrucht, dan haal je ‘het jasje’ er makkelijk vanaf. Je ziet ook veel mensen langs de weg deze cactussen voor ‘een prikkie’ verkopen. Waar we op de Canarische eilanden ‘tuno’ zeggen, daar rept de rest van de Spaanstalige wereld trouwens van ‘tuna’. Volgens Wikipedia worden ze vooral in Mexico veel gegeten.

Eet smakelijk / Buen provecho!

Dit is géén banaan!

dit is geen banaan

dit is geen banaan

Wie op de Canarische eilanden een banaan eet, eet geen banaan maar een plátano. Het verschil tussen een plátano en een banaan? Ja, dat is afhankelijk van aan wie je het vraagt. De biologische indeling van dit fruit is vrij ingewikkeld, dus daar gaan we je niet mee vermoeien. Laten we het erop houden dat het ongeveer hetzelfde ding is. Met één essentieel verschil: de smaak.

Canariërs zweren bij hun eigen, vertrouwde plátano. Deze heeft meer smaak en is zoeter dan de lange gele joekels die je in West –Europa in de supermarkt ziet liggen. Maar klopt het ook? Wat amateur-internetspeuronderzoek verschaft geen duidelijkheid.

Het lijkt erop dat de banaan/plátano al in de 7de-eeuw verbouwd werd in de Canarische eilanden. De eilanden werden eeuwen later, vanwege hun ligging in de oceaan, gebruikt als tussenstop naar Zuid-Amerika. De banaan is dus eigenlijk een plátano, maar dan eentje uit een tropisch Zuid-Amerikaans klimaat.

Om een lange discussie iets minder lang te maken: het smaakverschil is wel degelijk te proeven. Een Canarische plátano heeft meer smaak dan een exemplaar van de Nederlandse groenteboer. Komt dat door het bijzondere klimaat op de Canarische archipel? Of toch omdat de afstand tussen producent en consument veel korter is? Ik denk eigenlijk het laatste…

Gofio: krachtvoer van de holenmens!

Gofio

Gofio

Gofio is hét voedselproduct van de Canarische eilanden. Het dieet op de archipel stamt nog grotendeels uit de pre-Spaansetijd. Het product is gemalen tarwe of gierst, in Nederland kennen we het als bloem. Op Gran Canaria wordt het nog steeds veel gegeten en is het overal verkrijgbaar. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog en andere tijden van schaarste werd het bij iedere maaltijd geserveerd. Logisch, want het is calorierijk en goedkoop!

Hoe kun je dit Canarische voedsel eten? Tja, eigenlijk is het op heel veel manieren te verwerken. Mijn zoontje van 2,5 jaar eet het als ontbijt. Ook in Nederland, want de gofio nemen we natuurlijk mee naar huis. Gemixt met warme melk wordt het een lekker papje. Leuk weetje, wie zich typisch Canarisch voelt noemt zich ´Canario como el gofio´. Vrij vertaald: zo Canarisch als de gofio.

Gofio escaldado

Gofio escaldado

Heel lekker en typisch is het gerecht ´gofio escaldado´. Je voegt de bloem naar smaakt toe aan een bouillon, bijvoorbeeld een visbouilon. De zachte, romige substantie combineert heerlijk met een zoet uitje. In restaurants serveert men dit gerecht als eetbaar bestek, de zoete uien dienen als lepel en als voedsel. Het lekkerste toetje van Gran Canaria, en wat mij betreft van heel Spanje, is ´mousse de gofio´. Zelfs de mensen die geen talenwonder zijn begrijpen wat dit betekent. Hoe je het maakt? Bekijk de video en ontdek het zelf (het achtergrondmuziekje is ook heel toepasselijk).

Oh ja, de gofio kun je vervangen door een Nederlandse variant, maar dat smaakt natuurlijk lang niet zo lekker. Buen provecho!